Uitleg in het dagelijks leven: Kleine veranderingen bouwen op tot een punt waarop er iets fundamenteel nieuws gebeurt – een sprong van toestand A naar toestand B.
Voorbeeld: Smeltend ijsblok
Je verwarmt ijs. Eerst verandert er ogenschijnlijk niets — het blijft ijs. Maar bij 0°C gebeurt er plots iets kwalitatief anders: het wordt water.
Warmte = kwantitatieve toename, smelten = kwalitatieve omslag.
Voorbeeld: Stress bij een student
Elke dag een beetje stress (toets, taak, deadlines) stapelt zich op. Op een bepaald punt is de stress te veel → de student krijgt een burn-out.
Klein beetje stress = normaal, maar vanaf een grens → grote interne verandering.
Terug naar hoofdmenu dialectiek